Voor conflict of geschil zijn veel andere omschrijvingen. In de mediationpraktijk komen ze vaak voorbij.
Herkent of gebruikt u onderstaande woorden?

aanvaring, bonje, botsing, breuk, clash, conflictsituatie, confrontatie, controverse, disharmonie, dispuut, familievete, frictie, gedonder, geschil, geschilpunt, heibel, heisa, herrie, keet, kif, kift, kloof, meningsverschil, moeilijkheden, mot, onenigheid, ongenoegen, onmin, onredelijke behandeling, onvrede, opgekropte boosheid, oud zeer, polemiek, ruzie, schermutseling, schisma, stampei, strijd, strijdigheid, strubbeling, tegenstelling, trammelant, tweespalt, twist, twistpunt, verdeeldheid, verwijdering, vete, woordenwisseling, worsteling, wrijving.

Tijd voor een ander gesprek? Dat is natuurlijk De Kwestie.